Als we
op staan is het nog een beetje regenachtig maar de zon probeert er al
door te komen. Vandaag is nog een beetje een overgangsdag naar mooi
zomer weer volgens het weerbericht. John levert bij de sluiswachter
de pasjes van de faciliteiten in het Gotakanaal in. We kunnen gelijk
om 9 uur invaren. We zijn de enige op dit tijdstip die het meer op
willen. Als we buiten de sluis zijn ruimen we de lijnen en de
stootwillen op.
Eerste stuk is pal tegen de wind in en tussen wat
smalle stukjes door om op open water te komen. Af en toe regent het
toch nog iets. Helaas valt de wind volledig weg als we op open water
zijn dan maar op de motor verder. Wij moeten iets omvaren naar
Mariestad omdat de brug tussen de eilanden Torsö en Fågelö te laag
is voor ons.
Het is
een mooie route die we volgen via de betonde geul. We vinden een
plekje aan het einde van de geul aan achterboeien waar we onze
gekochte haak weer eens kunnen gebruiken. Mariestad heeft een heel
oud gedeelte met houten huisjes in de traditionele kleuren, geel,
lichtblauw en wit. We bezoeken de domkerk uit de 15e eeuw.
Wat opvalt is dat er veel blauw zit in de versieringen in de kerk.
Uiteraard wordt de supermarkt ook bezocht om de voorraad weer aan te
vullen.
S’avonds
lopen we nog een rondje langs de rivier en komen bij het landgoed
“Marieholm”. Dit landgoed stamt uit de 16e eeuw. Was
ooit van hout maar is herbouwd in beton. We lopen ook nog even naar
het begin van de invaart waar we op één van de vele schommelbanken
plaatsnemen om van het uitzicht over het meer te genieten. In de
verte zien we steeds meer blauwe lucht aankomen. Zomer is in
aantocht.
We gaan
toch nog even met een jerrycan bij het tankstation Diesel bijhalen.
Er is dan wel zomer beloofd maar ook heel weinig wind. We halen de
fokkehoes er toch af in de hoop dat we vandaag toch wat kunnen
zeilen. Eerst een stuk tussen de eilandjes en rotsen door en de geul
goed volgen dan kan het zeil omhoog. Dat gaat eerst best wel aardig.
We gaan met 5 knopen de goede kant op. Langs de kenmerkende
tafelberg, Kinekulle, 305 meter hoog. De wind zakt steeds verder weg.
In de verte zien we het slot Läckö al maar dan moeten we nog zeker
wel 10 mijl varen en met 2 knopen op de teller wordt dat wel een
latertje. Dan toch de motor maar weer aan en de zeilen naar beneden.
Hoe dichter we bij komen hoe sprookjesachtiger het slot er uit ziet.
We weten niet zeker of we wel voldoende water hebben om naar binnen
te komen. We volgen het geultje dan roept Wim ons toe die hier net
voor ons naar binnen zijn gegaan dat we goed aan de groene kant
moeten blijven. Dit doen we op zijn advies maar dan bij het indraaien
om aan de steiger te gaan liggen lopen we toch nog vast. Even terug
en opnieuw en dan met de boegschroef de draai korter maken om aan de
hekboei achter en de neus aan de steiger te komen liggen. Tja, we
liggen maar of we morgen weer makkelijk weg komen. We gaan het zien.
Er is geen wind voorspeld dus zal wel goed komen. We maken een
wandeling langs het slot en door een stukje natuur. Gaan aan de
overzijde van de zon en het uitzicht genieten. Wat een sprookjes plek
is dit.
Tja, we
gaan toch maar weer verder. Op zoek naar een ankerplekje. Vandaag nog
super mooi weer in de voorspelling en morgen prima wind om naar
Vänersborg, ingang van het Trollhätte kanaal te zeilen. Dat willen
we wel maar het mooie plekje laat ons niet zo maar gaan. Als de
touwtjes los zijn lopen we al vast. Nog wat wikken en trekken en dan
met de boegschroef draaien. We lopen nog 2 keer vast en dan zijn we
toch echt weer de geul uit. Tja, 2.10 meter diepgang is niet altijd
even handig. We varen het scherengebied door langs diverse mooie
plekjes en de plaatsjes Spiken en Kallandso komen door een smal
gaatje op de Strömsund door, tussen een paar betonsokkels. Dan komen
we op wat ruimer water. We zien een ankerplek waar al best wat
speedboten liggen. We kijken nog even verder. Dan denkt John dat een
plekje idilisch is maar dan moeten we een haakse bocht door de geul
maken en lopen we wederom vast. Tja, ook iets door de geul voelen we
grind onder de kiel. Nee, dit gaan we maar niet doen. Een heel klein
stukje terug zit een ankerplek met 6 meter water dat lijkt beter
geschikt. Als we daar naar terugvaren komen er net wat bootjes uit
maar verder is de ankerplek leeg. We laten het anker zakken. Dit
lijkt prima plekje tussen 2 eilandjes in en schijnbaar een inham.
Echter komen er steeds bootjes langs die verdwijnen tussen het riet
en er komen ook weer bootjes vandaan. John blaast de rubberboot op om
op onderzoek uit te gaan. Sommige bootjes varen in en komen ook weer
terug maar er zijn er ook die verdwijnen en we niet terug zien. Op de
kaart zien we geen echte doorgang. Als we de staakjes volgen naar het
riet komen we op een soort van groene sloot. We varen deze in en
uiteindelijk komen we bij een steigertje waar ook een parkeerplek is
en wat huizen staan. We zien niet iets waar we een ijsje kunnen
scoren helaas. Dan maar weer terug en een drankje in de kuip. Het is
inmiddels zo warm dat we ook wel behoefte hebben aan een plons in het
water. We hebben gisteren bij het slot ook al even heel kort
gezwommen. Uiteindelijk blijkt het water wel heerlijk verkoelend en
plonsen af en toe er lekker in. Voor het eten afdouchen en de
rubberboot weer opruimen. Als we met koffie in de kuip zitten nemen
het aantal bootjes die heen en weer varen af en wordt het een
heerlijk rustig ankerplekje.